Maria Wennekes:


“Eindelijk die
pokkentelefoon uit”

“Hij was dag en nacht met zijn werk bezig. Maar hij heeft ook altijd gezegd tijdig te willen stoppen.”

Op 1 mei gaat Ruud Wennekes met pensioen. Jarenlang heeft hij zich ingezet voor de belangen van de working class. 24-7. Maria, zijn echtgenote, heeft van dicht bij zijn gedrevenheid meegemaakt. “Zijn drive is dat werkgevers in principe onbetrouwbaar zijn en hun zakken vullen ten koste van ‘de arbeider’.”

Het vakbondswerk heeft altijd heel veel voor Ruud betekend, zegt echtgenote Maria Wennekes (65). “Hij was dag en nacht met zijn werk bezig. Maar hij heeft ook altijd gezegd tijdig te willen stoppen. Straks zijn we samen met pensioen en kunnen we van alles gaan doen: korte vakanties, musea bezoeken, legpuzzels leggen, fotografie.

Maria Wennekes (65) heeft jarenlang van dichtbij meegemaakt hoe gedreven haar echtgenoot met zijn werk, zijn vakbond, bezig was. Zelf heeft ze altijd in financiële functies gewerkt. Voor Ruud was het vakbondswerk een 24-7 baan, zegt ze. “Hij stond altijd voor iedereen klaar. Doet altijd iets aan een probleem. Dus alleen op vakanties ging zijn telefoon uit. Ik had wel eens de neiging dat ding weg te gooien. Ik zou compleet gestoord zijn geworden van zijn werk. We verschillen: ik ben fanatiek en maak me gauw druk. Ruud is laconiek en leeft vanuit de filosofie dat het wel goed komt. Daarnaast is hij van ‘een man een man, een woord een woord’. Hij komt elke belofte na. En als je dan met kritische havenwerkers te maken hebt, die niet gauw tevreden zijn, heb je daar best een klus aan.”

“Mensen vinden hem aardig, hij weet altijd wat voor ze te ritselen. Als het niet linksom kan, dan rechtsom. Hij is geen doetje. Hij onderhandelt op het scherp van de snede. En dat weten werkgevers. Drie cao-rondes en dan moet het klaar zijn.”
Zakkenvullers
Een rode draad in het leven van Ruud is opkomen voor anderen, mensen die het minder goed hebben. Dat deelt hij met Maria. “Ik kom uit een gezin met zestien kinderen, vader werkte bij Werkspoor, het was geen vetpot. Daarom hadden Ruud en ik er wel eens discussie over dat hij keihard werkte, voor mensen die het nu best goed hebben. Zijn drive is dat werkgevers in principe onbetrouwbaar zijn en hun zakken vullen ten koste van ‘de arbeider’.”

Scherpe onderhandelaar

Omdat Ruud zo’n rustige, laconieke uitstraling heeft, kunnen mensen het gauw met Ruud vinden, analyseert Maria. “Mensen vinden hem aardig, hij weet altijd wat voor ze te ritselen. Als het niet linksom kan, dan rechtsom. Hij is geen doetje. Hij onderhandelt op het scherp van de snede. En dat weten werkgevers. Drie cao-rondes en dan moet het klaar zijn. Ik had iemand al lang over tafel getrokken, maar Ruud blijft altijd kalm. Hij is constructief.”


Op ziel getrapt

Bovendien ervaart hij problemen of uitdagingen niet snel als een zware dobber. Cao-onderhandelingen ziet hij als een spel dat hij gaat winnen. Hij straalt daarmee kracht en overtuiging uit.” Maar, zegt ze, hij kan ook op zijn ziel getrapt worden. “Toen hem als kaderlid bij Strukton het leven zuur werd gemaakt omdat hij te mondig was, heeft hij daar een behoorlijke knauw van gekregen. Ik zei: ga dan weg, al moeten we in een hutje op de hei gaan wonen. Wij steunen elkaar door dik en dun. Zijn vergroeid met elkaar. Doen alles samen.”


Hart voor veiligheid

Ruud is van de grote lijnen, karakteriseert Maria haar echtgenoot met wie ze in 1981 in het huwelijk trad. “De details zijn voor andere mensen. Als hij een goed plan heeft, gaat hij ervan uit dat het gaat lukken. Zo wilde hij een Veiligheidscertificaat Havens opzetten. ‘Dat ga ik even doen’, zegt hij dan. En dan maakt het niet uit hoe lang het duurt, maar het lukt hem dan ook. Hij krijgt het ook voor elkaar om de VCH-bijdragen vervolgens in de cao’s op te nemen. Zijn hart ligt echt bij veiligheid. Hij vindt dat mensen optimaal moeten kunnen werken, zonder in gevaar te komen. Bij het spoor heeft hij vreselijke ongelukken meegemaakt. Dat kón echt niet, was zijn overtuiging. Daarom vond Strukton hem maar een lastig mannetje.”


020 en 010

Maria ziet dat Ruud de laatste tijd langzaam zijn vakbondswerk aan het loslaten is. Hij kan trots zijn, vindt ze. “Werkgevers vinden het jammer dat hij met pensioen gaat. Kaderleden wisten precies wat ze aan hem hadden. Ze konden hem vertrouwen. En als je het als Amsterdammer in Rotterdam redt, zegt dat wel wat.” En nu: nu gaan we een nieuwe fase in. We kijken ernaar uit. We hebben altijd heel hard gewerkt. Het gaat Ruud aan het hart dat het slecht gaat met ‘zijn vakbond’. Maar er is meer in het leven. Te beginnen met een midweekje Ameland.”


“Zijn hart ligt echt bij veiligheid. Hij vindt dat mensen optimaal moeten kunnen werken, zonder in gevaar te komen. Bij het spoor heeft hij vreselijke ongelukken meegemaakt. Dat kón echt niet, was zijn overtuiging. ”

Zie ook het afscheidsinterview met Ruud en het artikel over het vijfjarig bestaan van het VCH.