Eerder stoppen in de havensector

Zwaar werkafspraken in de cao

Hoe FNV Havens denkt dat dit voor mensen met zwaar werk geregeld kan worden

Het werken in ploegendiensten is zwaar werk. De voortdurende verstoring van het natuurlijke bioritme heeft veel negatieve gevolgen voor de gezondheid. Wetenschappelijk onderzoek, uitgevoerd in alle delen van de wereld, toont dit aan. Daarnaast zijn langdurig staan of zitten, veelvuldig bukken en tillen, blootgesteld worden aan lawaai en uitlaatgassen, ook verzwarende arbeidsomstandigheden. Onder die omstandigheden doorwerken tot je 67ste zou niet moeten hoeven, vindt FNV Havens. En hoewel het pensioenakkoord soms wordt geprezen vanwege een zwaar werkregeling, is er echt meer nodig om eerder stoppen voor havenwerkers mogelijk te maken. Aan FNV Havens heeft het niet gelegen. We hebben van begin af aan aangedrongen op en ideeën aangedragen voor een zwaar werkregeling, die mensen met zwaar werk de kans moet geven eerder te stoppen dan op de AOW-gerechtigde leeftijd. Maar er is bij de onderhandelingen over het pensioenakkoord geen gehoor aan gegeven. Nooit enthousiast Er is wel een regeling afgesproken die door de onderhandelaars als een ‘zwaar werkregeling’ wordt gepromoot. Dat is die regeling dat werkgevers drie jaar lang over € 21.200 per jaar geen boete hoeven te betalen, als ze dat bedrag willen meegeven aan werknemers die (drie jaar) voor hun AOW-gerechtigde leeftijd willen stoppen met werken. Maar omdat niemand het aandurft te zeggen wie zwaar werk heeft, is besloten dat die boetevrijstelling voor alle werknemers in alle beroepen kan gelden. In de haven zijn we er nooit enthousiast over geweest. Wat is namelijk het geval? In de eerste plaats komen die € 21.200 euro niet uit de lucht vallen. Daar moeten afspraken over gemaakt worden in cao’s. Werkgevers zijn niet verplicht eraan mee te werken. De overheid betaalt er geen cent aan mee. Dus die drie jaar € 21.200 per werknemer moet ‘uit de loonruimte’ worden gefinancierd, zoals dat heet. Wie een eerder stoppenregeling in de cao wil, zal elders in zijn arbeidsvoorwaarden een veer moeten laten. Dat is nog tot daaraantoe. Maar er zijn meer kanttekeningen. Die € 21.200 is een brutobedrag. Van netto pakweg € 11.000 per jaar kunnen de meeste havenwerkers niet rondkomen. Er zal dus geld bij moeten. Daarvoor kunnen werknemers geld uit hun eigen pensioenpot halen, wordt dan gezegd. Maar door de onderhandelaars is bij het pensioenakkoord niet meegewogen dat voor werknemers die drie jaar eerder stoppen met werken, ook drie jaar lang geen pensioenpremie meer betaald wordt. Bij verzekerde premieregelingen, zoals we die in de haven kennen, worden in die laatste jaren de grootste premiebedragen betaald; dikwijls zo’n € 13.000 tot zelfs meer dan € 15.000 per jaar. Dus die pensioenpot, van waaruit die € 21.200 moet worden aangevuld, is dan wel een stuk minder vol. Als vakbonden en werkgevers in cao’s zouden afspreken dat naast de € 21.200 ook die gemiste pensioenpremie aan de werknemers moet worden gecompenseerd, krijgen ze mogelijk weer te maken met de 50% boete die geheven wordt over de bedragen boven de € 21.200. Dat maakt het onaantrekkelijk om dat te doen.

Tijdelijke regeling Ten slotte is die boetevrijstelling een tijdelijke regeling, waarvan alleen werknemers tot en met geboortejaar 1961 gebruik kunnen maken. In het pensioenakkoord staat dat deze regeling mogelijk wordt opgevolgd door een regeling waarbij iedereen die 45 jaar gewerkt heeft, recht heeft op een AOW-uitkering. Maar daarvoor was eerst onderzoek nodig. Dat onderzoek is onlangs afgerond. Een ‘45 jaar is genoeg-regeling’ is trouwens ook geen zwaar werkregeling, al wordt ook dit wel als zodanig gebracht. De uitkomst van het onderzoek is dat de vraag wie 45 jaar heeft gewerkt, niet goed te beantwoorden is. Er zijn sowieso geen betrouwbare registraties van vóór 1998 en er zijn te veel mensen die niet onafgebroken 45 jaar hebben gewerkt. Daardoor rijzen vragen over of en zo ja hoe je bijvoorbeeld jaren ondernemerschap, jaren in het buitenland, ziektejaren, werkloosheid, jaren van parttime werk en jaren er tussenuit vanwege kinderen zou moeten meetellen. Of de boetevrijstellingsregeling van driemaal € 21.200 nu wel of niet wordt gevolgd door een ‘45 jaar is genoeg regeling’: het zijn beide geen regelingen waar werknemers met zwaar werk, waaronder ontzettend veel werknemers die nachtdiensten draaien, specifiek iets aan hebben. Plan FNV Havens Dus is FNV Havens zelf aan de slag gegaan. In de eerste plaats wil FNV Havens dat werknemers niet alleen € 21.200 per jaar kunnen krijgen als ze eerder stoppen, maar dat ook de gemiste pensioenpremie waarover we het net hadden, wordt gecompenseerd. In de tweede plaats denkt FNV Havens dat we wél onderscheid kunnen maken tussen ‘zwaar werk’ en ‘minder zwaar werk’. Werknemers die jarenlang in de volcontinudienst hebben gewerkt, hebben bijvoorbeeld zwaarder werk gehad dan werknemers die in de dag-avonddienst hebben gewerkt. De werknemers met het zwaarste werk, zouden drie jaar eerder moeten kunnen stoppen. Werknemers met minder zwaar werk zouden ook eerder moeten kunnen stoppen, maar bijvoorbeeld twee jaar of één jaar eerder. Model zwaar werk Met dat uitgangspunt in het achterhoofd heeft FNV Havens een systeem (zwaar werk weegsysteem) bedacht waarmee voor elke werknemer bepaald kan worden in welke mate sprake is van zwaar werk. In dat systeem kan worden ingevuld hoeveel jaar, onder welke omstandigheden en in welk rooster of welke roosters iemand heeft gewerkt. Die informatie bepaalt of er sprake was van 100% zwaar werk, of een lager percentage. Het systeem kan per subsector worden aangepast, waardoor specifieke omstandigheden of werkzaamheden in een subsector kunnen worden meegewogen. Maar iemand die 30 jaar volcontinudienst heeft gedraaid, zou wel die 100% moeten scoren. Het percentage dat met het systeem berekend wordt, is het percentage van het maximale financiële budget dat per werknemer beschikbaar is om eerder te kunnen stoppen. Dat maximale budget bestaat uit driemaal € 21.200 ter vervanging van de AOW en uit drie jaar pensioenpremie die voor de werknemer in zijn laatste werkzame jaren zou worden betaald. Bij elkaar zou dat ruim een ton per werknemer zijn. Bepaalt het systeem dat een werknemer 50% zwaar werk heeft gedaan, bijvoorbeeld doordat hij pas op latere leeftijd in de haven is gaan werken, dan heeft de werknemer recht op de helft van het maximale budget, wat hem in staat zou moeten stellen om niet drie, maar anderhalf jaar eerder te stoppen. FNV Havens wil deze afspraken maken voor alle geboortejaren, ook voor werknemers die na 1961 geboren zijn. En FNV Havens is bereid de benodigde bedragen samen met de werkgevers op te brengen. Niet laten dwarsbomen Maar dan moeten we niet worden gedwarsboomd door de overheid, die een zogeheten RVU-boete heft van 52% over elke cent die boven de € 21.200 per jaar aan de eerder stoppende werknemer wordt uitgekeerd. Niets doen en niets bijdragen om werknemers met zwaar werk eerder te laten stoppen, maar werkgevers en werknemers die zelf een eerder-stoppenregeling willen betalen op extra kosten jagen, is onrechtvaardig. Inmiddels zijn wij met een groot aantal werkgevers uit de bulksector, sjorsector en Ro-Ro- sector in gesprek over het FNV Havens ‘zwaar werk weegsysteem’. Ook werkgevers voelen zich flink in de steek gelaten door hun onderhandelaars bij het pensioenakkoord. Daarom zijn er gezamenlijke brieven geschreven aan de Vaste Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en aan de minister van SZW, waarin wij aangeven dat er nieuwe afspraken gemaakt moeten worden waarmee we in de havensector wel uit de voeten kunnen. Wij willen de problemen die zwaar werk in de havensector met zich meebrengt kunnen oplossen.

We zetten de strijd voort.