Joost van der Lecq: Weg bij FNV Havens, verder bij FNV Vervoer

Havenbestuurder Joost van der Lecq gaat stoppen in de havens. Vanaf 1 mei a.s. is hij de nieuwe ‘Manager Collectief voor de sectoren Handel en Vervoer’, zoals het bij de FNV tegenwoordig zo deftig heet. In die functie geeft hij leiding aan de bestuurders in Vervoer (taxi en zorgvervoer, spoor, streekvervoer, transport en logistiek, luchthavens, havens) en bij Handel (supermarkten, groothandels, winkelketens, distributiecentra, e-commerce). Daarnaast krijgt hij ‘Sectoralisatie’ in zijn portefeuille.

Hoe voelt het om binnenkort aan een nieuwe baan te beginnen? “Het is een dubbel gevoel. Het is een mooie uitdaging om te kijken hoe de koers van de FNV in de richting van sectoralisatie kan worden verlegd. Maar afscheid nemen van de sector Havens is niet alleen maar leuk. Ik heb de afgelopen 14 jaar bij verschillende bedrijven een band opgebouwd met kaderleden en me met hen overal ingezet om voor de leden zo goed mogelijke afspraken te maken. Ik heb natuurlijk ook een band met de fijne collega’s uit het Haventeam, dat ondanks de uiteenlopende karakters van de bestuurders altijd een hecht team geweest is. Dat vormt al met al een heel prettige werkomgeving, en die ga ik nu verlaten.”

Waarom doe je dat dan? “Niet omdat ik het werk in de havens zat ben. Wel omdat ik echt denk dat het voor de toekomst van de FNV belangrijk is dat leden in de verschillende sectoren meer invloed krijgen op het beleid dat de bond in hun sector voert. De ene sector is nu eenmaal de andere niet. Waar het voor leden in sector A superbelangrijk is om flexwerk terug te dringen, omdat flexwerkers zelf slechter af zijn en omdat arbeidsvoorwaarden van de vaste werknemers daardoor onder druk staan, kunnen leden in sector B juist veel belang hechten aan het verbeteren van de veiligheid op hun werk, aan meer zeggenschap over hun roosters of aan de mogelijkheid om ruim voor je AOW-leeftijd te stoppen met werken. Dat uitgangspunt, dat in sectoren soms totaal verschillende dingen spelen en dat FNV overal aan de slag moet met wat in die specifieke sector van belang is, is na de fusie van verschillende bonden tot één grote FNV te veel ondergesneeuwd. We zien nu dat de FNV te veel werkt met één agenda, waarin lang niet alle leden in alle sectoren zich herkennen. Dat kan ook niet. Daarom moeten we toe naar meer differentiatie. Dat noemen we dus sectoralisatie. Uiteraard is dit een zaak waar ‘de vereniging’, dus de leden in allerlei sectorraden en in het ledenparlement zich uiteindelijk over moet uitspreken.”

Maar FNV Vervoer bepaalt toch al zijn eigen beleid? “FNV Vervoer heeft vorig jaar een goede start gemaakt met het stellen van ‘Vervoerseigen’ prioriteiten. Dat werd voorbereid door een grote groep kaderleden en de uitwerking ervan werd bekrachtigd op het Vervoerscongres in oktober 2021. Feitelijk vormde de gang van zaken bij FNV Havens, met het vierjaarlijkse Havenwerkerscongres daarvoor het voorbeeld. Ik denk dat dat een prima werkwijze is om leden nauwer te betrekken bij het beleid van de FNV in hun sector. Daarmee wordt het ook makkelijker om mensen die in een sector nog geen lid zijn, uit te leggen wat de FNV voor hen wil en doet. Op een manier die past bij de sector en met voorbeelden en resultaten die aanspreken.”

Als elke sector zelf gaat bepalen wat belangrijk is, hoe zit het dan met ’één FNV’? “Mensen zijn wel eens bang dat de solidariteit afbrokkelt. Dat er een ieder-voor-zich-cultuur ontstaat als je sectoren centraal stelt. Maar wat volgens mij voor de herkenbaarheid van de FNV van belang is, is dat de FNV zich in sectoren bezighoudt met de onderwerpen die door leden zelf zijn aangedragen. En er zijn ongetwijfeld onderwerpen die door leden in verschillende sectoren belangrijk worden gevonden. Neem bijvoorbeeld de wens om ruim voor je AOW-leeftijd te kunnen stoppen als je zwaar werk hebt gedaan. Voor de overkoepelende FNV zie ik als rol om dergelijke sector-overstijgende problemen te signaleren en daarbij de samenwerking tussen leden en werkorganisatie in de verschillende sectoren te bevorderen en te ondersteunen. Dan ontstaat saamhorigheid en solidariteit. Die kan echter alleen bij leden zelf beginnen. Zij moeten van binnenuit gemotiveerd zijn om iets te verbeteren in hun bedrijf, in hun sector. Daarnaast is het natuurlijk altijd goed als leden hun solidariteit tonen bij issues die misschien meer buiten dan in hun eigen sector spelen.”

Dus als het aan jou ligt, krijgt elke sector straks zijn eigen congres? “Haha, dat zou kunnen! Maar nee, het is iets te gemakkelijk om voetstoots aan te nemen dat een methode die bij Havens en Vervoer werkt, bij alle andere sectoren even goed werkt. Ik ga in mijn nieuwe baan natuurlijk eerst beluisteren welke ideeën er binnen de FNV nog meer zijn om de bond herkenbaarder en aansprekender te maken op de verschillende werkvloeren in de diverse sectoren. Dat is wel wat nodig is om meer nieuwe leden in te schrijven en de bond sterker te maken.” Heb je nog een afscheidsboodschap voor de leden van FNV Havens? “Ai, ik hou niet zo van afscheidsboodschappen. Ik voel gelukkig ook dat dit geen echt afscheid is. Ik blijf actief binnen de bond, en zelfs voor de sector waar FNV Havens deel van is. Maar ik heb als bestuurder in deze prachtige havensector enorm veel geleerd over vakbondswerk en mijn werk als bestuurder altijd met plezier kunnen doen. Daarvoor wil ik iedereen met wie ik heb samengewerkt graag bedanken.”

Zie ook het interview met Koen Keehnen en Fred van Oort over sectoralisatie.